In Nederland hebben we op de basisscholen de groepen 1-8. Kinderen gaan vanaf 4 jaar naar de basisschool en gaan naar de middelbare school als ze groep 8 verlaten.
In Nederland wordt in groep 3 een begin gemaakt met het lezen en schrijven.
- Groep 1-2 (vanaf 4 jaar)
- Groep 3 (vanaf 6-7 jaar)
- Groep 4-8
Zelf lezen hoeft het jonge kind nog niet, dat komt wel in groep 3. Voorgelezen worden door je vader of moeder is niet alleen erg leuk, je kind leert er ook nog veel van.
Het echte leren schrijven begint in groep 3. Toch zijn er leuke activiteiten voor het jonge kind om de fijne motoriek te oefenen.
Bij de jonge kinderen gaat het vooral om het uitbreiden van de woordenschat van de Nederlandse taal.
Het voorbereidende rekenen start al bij het jonge kind. Tellen, sorteren, ordenen zijn onderdelen die het jonge kind al kan leren. Ook begrippen als – hoger – lager – kleiner – even groot – ver – dichtbij etc. leert het jonge kind spelenderwijs.
Nu leert je kind zelf lezen, eerst woorden en al snel kan een leerling uit groep 3 (korte) zinnen lezen.
De kinderen beginnen met het schrijven van letters en woorden.
Het rekenen gaat van start: optellen en aftrekken (tot 20) en natuurlijk de getallenlijn.
De zinnen en verhalen worden steeds langer. Spelling (hoe worden woorden geschreven) wordt steeds belangrijker.
Vanaf groep 4 kunnen de kinderen al korte verhalen schrijven. In groep 6 leren de leerlingen een werkstuk schrijven. Vanaf groep 7 bereiden ze zelf hun spreekbeurt of presentatie voor.
Keer- en deel sommen leren kinderen vanaf groep 4, daarna wordt het rekenen steeds verder uitgebreid.
Vanaf groep 6 wordt er ook volop aandacht besteed aan werkstukken maken, presenteren en huiswerk.